In de raden van bestuur bij Nederlandse banken en investeringsmaatschappijen is ongeveer een op de vijf personen een vrouw. Dat blijkt uit onderzoek van de Europese Banken Autoriteit (EBA). Daarmee zit ons land in de Europese middenmoot. Ook krijgen bij de onderzochte bedrijven vrouwen vaak minder betaald dan hun mannelijke collega’s.
In landen als Finland en Zweden zitten meer vrouwen in de toplagen, net als in Oost-Europese landen als Roemenië, Bulgarije en Letland. Wel doen we het beter dan buurlanden België en Duitsland. Bij de oosterburen is zelfs minder dan 10 procent van de bankbestuurders een vrouw.
Bij toezichthoudende functies, zoals in de raad van commissarissen, doet Nederland het beter. Daar zit ons land met 33 procent in de subtop. Hier speelt waarschijnlijk mee dat Nederland regels heeft om het aantal vrouwen in de raden van commissarissen te vergroten.
De EBA bekeek de samenstelling van het topbestuur bij achthonderd Europese banken en investeringsmaatschappijen. Daaruit bleek dat vrouwen 18 procent van de plekken in de raden van bestuur innemen. Bij toezichthoudende functies hebben vrouwen 26 procent van de plekken. In beide gevallen zit Nederland dus boven het Europese gemiddelde.
Banken met meer vrouwen in top halen hoger rendement
Uit het onderzoek blijkt ook dat vrouwen in raden van bestuur gemiddeld 9,5 procent minder betaald krijgen dan hun mannelijke collega’s. Bij toezichthoudende functies is dat 6 procent minder. Ook halen banken met meer vrouwen in de toplaag een hoger rendement dan hun concurrenten.
De bankenautoriteit is van plan op te treden tegen banken die zich niet aan de regels houden. Daarbij gaat het vooral om bedrijven die nog geen diversiteitsbeleid hebben voor topfuncties.
Banken zijn sinds 2014 verplicht om beleid te hebben dat het aantal vrouwen in topfuncties stimuleert. Maar nog altijd heeft ruim een kwart (28 procent) dit niet. Vooral in het zuiden en het westen van Europa is ruimte voor verbetering. Ook is de situatie bij grotere banken vaak beter dan bij kleinere.